Fragmenten uit het interview gebr. Den Drijver

De razzia: "Dan gingen ze overal aan de huizen kloppen en iedere man tussen een zekere leeftijd die werd naar buiten gehaald. Want, wat kregen we? We kregen allemaal een papier dat we naar buiten konden voor een dag eten, want we zouden gaan werken. Alleen die dag is wat uitgelopen. Maar, toen gingen ze bij al die huizen kloppen en toen haalden ze al die jongens en de mannen van een zekere leeftijd, vanaf 17 jaar, haalden ze naar buiten. En toen, om een uur of 10.00u denk ik dat de hele club volwaardig was. Toen zijn wij naar het stadion gebracht."
Weggevoerd: "In het stadion zelf, daar stonden al die mitrailleurs opgesteld. Want die massa, toen we bij elkaar waren, was natuurlijk heel Zuid in dat stadion... Die konden hun met een paar soldaten natuurlijk nooit mannen. Dus al die mitrailleurs hadden ze al op de massa gezet. En toen zijn we daar een nacht gebleven. De andere morgen zijn we gaan lopen door de Oranjeboomstraat... Daar lagen die lichters. Maar dat was erg, want dat waren kolenlichters. We werden niet naar beneden..., nee, ze mieterden je gewoon naar beneden."
Ontsnappingen: "Maar...het erge was: er ontsnapten nog wel eens jongens. Mannen. En op een gegeven moment: allemaal in een kring, drie mannetjes aangewezen, even afleren: Pang!, pang, pang! Dood. Hoe vertel ik het mijn kinderen? Die denken dat wij fantaseren. Maar dat is niet waar. En er waren er gelijk een hele hoop die de lust ontnomen was om de kuiten te nemen. En het is niet altijd kommer en kwel geweest, maar dat waren dan, dat had je natuurlijk..."
Werk: "En wij moesten de daken, die waren meestal geasfalteerd, moesten wij gaan repareren, want als er werd geschoten, schoten er scherven in, maar er kwam ook wel eens een blindganger van het afweergeschut naar beneden. Ploep! Door het dak. Dus moesten wij die gaten gaan repareren. En hoe ging dat? Een lange stok, een mand, houtskooltjes en wat asfalt. Een hamer en spijkertjes."
Op weg naar huis: "Nou, en hup, wij erheen gewandeld, we kwamen daar, mochten we slapen, kregen we eten, in de hooiberg. Het was helemaal goed geregeld. Maar we kwamen bij een boerderij, dat was net voor Olst, en die stuurde ons weg. Hij zegt: 'Nee, ze zijn geweest, ik moet zeker een maand wachten'. Dus die hadden ze waarschijnlijk dan verraden of zo, maar daar waren ze geweest. En hij had gelukkig niet zulke mensen als wij. En toen zijn we zo tot aan Olst gekomen."